De Mollies op avontuur Zaterdag 13 april 2019
Waarom eigenlijk, weet ik niet meer maar na het avontuur Milaan – San Remo in 2018 wilde ik graag weer een nieuwe uitdaging aangaan: Parijs - Roubaix werd het en wederom via De Wielerbus van Pim Goos: https://www.wielerbus.nl/ die wederom een perfecte organisatie had opgezet.
In de aanloop naar deze challenge hebben we de winter doorgetraind zowel buiten als indoor, gezien de lengte van 173 kilometer inclusief 54 kilometer kasseistroken hebben we weinig MOL ritjes gereden en gekozen voor Gran Fondo Drenthe, Joop Zoetemelk Classic, Flandrien Breda, en Cyclon Ride Schaijk, er moesten nogal wat kilometers getraind worden. Dit zijn overigens echte aanraders om eens te rijden: wat is NL toch mooi.
Vrijdag 12-4 13h00: Met twee bussen en 55 enthousiastelingen vertrokken we vanuit Utrecht, Oosterhout en Antwerpen naar Cambrai waar we over twee hotels werden verdeeld. Wel werd er gezamenlijk een diner genuttigd in Beatus Hotel en wat gedronken op de goede afloop.
Er waren diverse personen die de rit al meerdere keren gereden hadden, er was er zelfs 1 die voor de achtste keer opging!!! Natuurlijk ga je dan advies vragen hoe deze rit te doen….dat kun je dus beter niet doen want van de vele tips raak je volledig in paniek….Die zegt 5 bar, de ander zweert bij 6, grote mes erop en stoempen, kleine blad en druk op de ketting houden….het is allemaal goed maar je moet het echt zelf ondervinden kwamen we achter.
De Wielerbus had de Mollies op 1 kamer ingedeeld, dus lagen Jan Sterrenburg, Ruud Bode en ondergetekende gezellig bij elkaar. Drie bedjes en die waren eigenlijk net een tikkie te klein dus we hadden wat benen die uitstaken her en der…..Fransen zijn niet zo groot blijkbaar.
Omdat het ontbijt om 05h30 was besloot Jan zijn wekker op 04h00 te zetten……het was 1 deur door en twee trappen naar beneden lopen dus je kon maar beter op tijd op zijn….
Prima ontbijt, voor een perfecte bodem om de dag de beginnen.
06h15 vetrokken we met de bussen naar Bussigny voor het afhalen van de startspullen: stuurbordje, rugnummer opspelden en we konden vertrekken! Gevoelstemperatuur -4!! Afzien de eerste kilometers dus. De eerste strook die we moesten nemen: 29: Troisvilles to Inchy (0.9 km) ** was al een uitdaging, we waren niets gewend en hadden geen idee dat dit maar een twee sterrenstrook was. De strook lag al helemaal bezaaid met bidons en pompjes….
Nummer 27 en 26 waren drie en vier en dat was echt afzien, laten we zeggen: je leert al doende en snel. Middenop rijden en doortrappen is de beste manier, dit lukt niet altijd en soms is het opzoeken van de randen toch beter. Al moet je dan weer uitkijken voor kuilen. Kortom, behalve het gemiddelde tempo, het is geen ritje basis-peloton.
Er bestaat ook nog een 5 sterren passage: 19: Trouée d’Arenberg een soort toegang tot de hel..toen we daar aankwamen stond er een ambulance met loeiende sirenes en zwaailichten…lekker uitnodigend. Deze strook is echt DE uitdaging, we kennen deze allemaal van de televisie maar de 2,3 kilometer hierover is een aanslag voor fiets en lichaam. Wel een geweldige foto gemaakt van Jan na zijn passage.
Verzorgingsposten op 40, 110 en 140 kilometer zijn perfect voorzien van allerhande voedsel en dranken, wat een goede organisatie.
We passeren nog meer kasseistroken, natuurlijk ook de Carrefour de l’Arbre en de vermoeidheid begint zijn tol te eisen, onderarmen doen pijn van het vele gestuiter, nek en schouders alles begint pijn te doen. Na de stroken is het een verademing om weer op asfalt te mogen rijden en kan er een kruissnelheid van zo’n 30 aangehouden worden. Op deze afstand is het niet zozeer vermoeidheid in de benen als wel de pijn en moeite met focussen.
De laatste drie kilometer roken we de stal, rijden de lange Avenue af en rechtsaf de beroemde bocht richting Vélodrome André-Pétrieux, wat een machtig kippenvel moment is dat! Medailles werden uitgereikt en foto’s gemaakt voor het nageslacht en collectief werd besloten: deze kan worden afgestreept en nooit meer! Wat was dit zwaar, gelukkig was het droog, wel koud door de noordoostenwind (dus heel de rit wind tegen).
Vanuit het Vélodrome reden we naar het verzamelpunt van de Wielerbus en werden ontvangen met kipspiesjes en lekker koud bier! Bedankt!
We bedanken iedereen die ons mentaal gesteund heeft door via social media ons aan te moedigen, dat was echt super!
Volgend jaar juni gaan Jan en ik in ieder geval de 50e Gran Fondo Milaan San Remo rijden, dus wie er nog meer mee wil, laat maar weten.
Hans van de Pol
De Waardentocht 30-3-2019
Juffrouw Zonneschijn liet zich vandaag al vroeg zien en aangezien de voorspellingen goed waren leek het mij niet verkeerd om in korte broek te gaan fietsen. Zwager Bart deed daar nog een schepje boven op, door zijn jack ook nog thuis te laten. Keurig op tijd reden wij naar het clubhuis van DTC de Mol.
Bij binnenkomst zat de kantine mudvol met wielertoeristen, die er zin in hadden. Uiteraard moest er eerst gescand en afgerekend worden voor het goede doel. Dus geen afrekening van de maffia. Douwe hanteerde het scanpistool en Peter en David telden de centen. Zwager Bart had mij al laten weten dat hij wat wilde doen voor de club. Wij hebben ons aangesloten bij de achtervangers. In de kantine viel het mij op dat wij redelijk wat vrije inschrijvers/gasten hadden om deel te nemen aan onze pelotonstocht. Na de instructies van John Vogel zijn wij met vier groepen vertrokken. Eigenlijk vijf, want de achtervangers vormden groep vijf. Deze groep bestond onder meer uit: Salvador, Franco, Heleen, Ingrid, Leanore, Bert, Martin, Hans D., zwager Bart en A4-tje.
Wij bleven op gepaste afstand van de laatste groep, maar al snel mochten wij in actie komen. Een langs de kant stilstaande Moller mochten wij terugbrengen. Bij stoplichten was het wel lastig, omdat niet iedereen de oversteek kon maken. Wat dit betreft mis je de verkeersregelaars wel. Ook het feit dat wij zo massaal de fietspaden overbevolkten, maar ja, je moet je aan de verkeersregels houden. Gelukkig bleven er nog genoeg wegen over zonder fietspaden. Op de heenweg naar de Banaan waren er 2 mannelijke wielertoeristen die het tempo niet konden bijbenen. Wij hebben ze uit de windgehouden. Het tempo van de voorrijders was niet verkeerd en de verdeling over de groepen was goed. Wij hadden op weg naar de Banaan wel wat last van schoonheid Woei, maar in je achterhoofd weet je dat dit terug weer een voordeel geeft. Zo ook de stoplichten. Wij konden als het eindelijk zover was dat wij mochten doorrijden onze snelheid verhogen. Onderweg zag je dat bij sommigen de armstukken omlaag gingen,maar het werd nog net geen strippen.
Halverwege de Haringvlietbruggen lag de Banaan in het schijnsel van juffrouw Zonneschijn te blikeren. De fietsen werden gestald en de meesten zochten of hadden al een plekje op het terras gevonden nadat zij zich van koffie of thee met een speculaasje of appeltaart hadden voorzien. Het nadeel van achtervanger zijn is dat je ook als laatste arriveert met het gevolg dat er geen plek meer is op het terras. Binnen met zwager Bart aan tafel bij Salvador Ariza Lora Dali een plekje gezocht. Henk Feijenoord kwam ook nog even buurten. Bijna aan het einde van de pauze kwam Leanore haastig aan lopen en liet zich naast mij in een stoel vallen om ook nog even gauw wat te drinken en te eten. Zij had een lekke band moeten vervangen. Zoals altijd moet je je biezen weer pakken om verder te gaan, want anders kom je niet thuis. Voor de Banaan was het weer opstellen geblazen. Toen ik op weg was naar mijn fiets liep ik langs een fiets, die was voorzien van een dicht achterwiel. Zou de desbetreffende wielertoerist echt gedacht hebben dat hij of zij zou deelnemen aan een tijdrit? De groepen vertrokken, maar wij, achtervangers, moesten nog even wachten, want er werd nog druk aan de fiets van Leanore gerommeld door een mechanieker.
De zon ging bijna onder, maar toen was het zover. Wij konden aan de achtervolging beginnen. Het begon beschaafd, want wij moesten weer even warm draaien, maar daarna ging het als gaan met die banaan en bij het verlaten van Willemstad zaten wij alweer keurig achter het peloton. Blijkbaar had iedereen pas nieuwe banden om de wielen gelegd, want wij hadden niets te doen. Het weer werd steeds aangenamer, zodat het heerlijk genieten was op de fiets. Nadat wij Klundert achter ons hadden gelaten en het industriegebied Moerdijk binnen fietsten sloeg het noodlot voor Ferrie toe. Hij kwam ten val en raakte daarbij gewond. Anna Maria, Gaby, Esther, Douwe en Chris waren achter gebleven en uiteraard de chauffeurs van de volgauto. De fiets van Ferrie werd opgeladen en Ferrie werd de volgauto ingeholpen. Bert zei tegen mij dat niet al de achtervangers moesten blijven wachten, maar een deel zich weer achter het peloton dienden te vervoegen.
Ik ben vervolgens weggefietst en in mijn slipstream reden zwager Bart, Salvador en Wim. Wij zijn een molen gaan draaien en reden over het fietspad door het industriegebied met een kruissnelheid van 40 om aansluiting te krijgen met het peloton. Vlak voor het verlaten van het industriegebied hadden wij weer aansluiting. Heerlijk even een stukje ,noodgedwongen, knallen. Wij voelden ons net een stelletje kwajongens. Wij zeiden onderweg nog wel dat wij de achterblijvers pas zouden terugzien in het clubhuis. Op de Moerdijkbrug nog wat hand en spandiensten verricht. Op ons eiland verlieten diversen wielertoeristen de groepen. Ter hoogte van de Meeuwissenweg werd er nog een schijnbeweging gemaakt. Een voorrijder reed op de Zeedijk rechtdoor en de rest dook de dijk af, maar de rechtdoor rijdende voorrijder had het bij het rechte eind, zodat direct weer omhoog werd gefietst door.
Terug bij ons complex gekomen was het een gezellige boel, want de laatste wedestrijden van de Sani Dump zaterdagcompitie werden gereden. Na het inleveren van onze gele hesjes, voor de goede orde, wij zijn geen Franse demonstranten, hebben wij nog even een lekker koud biertje gedronken. Bij het verlaten van het clubhuis zagen wij Ferrie nog. Het ging gelukkig goed met hem en de kwetsuren vielen mee.
A4-tje